“Focus niet alleen op de Wet, maar vooral op Inzet”; Door een tijdige inzet van de arbeidsdeskundige kan snel duidelijkheid worden gekregen over de meest effectieve vorm van re-integratie, waardoor de beschikbare tijd voor een werknemer om terug te keren in passend werk optimaal kan worden benut.
De arbeidsdeskundige adviseert jou en de werkgever over de re-integratiemogelijkheden en beoordeelt of alle re-integratiemogelijkheden voldoende worden benut. De arbeidsdeskundige onderzoekt de meest effectieve route naar duurzame inzetbaarheid in je werksituatie. Hiervoor komt de arbeidsdeskundige op locatie, bekijkt de werkplek en spreekt met werkgever en werknemer.
Hieronder vind je informatie over de rol van de arbeidsdeskundige en diens verschillende taken binnen onze dienstverlening. Voor meer informatie kun je uiteraard contact opnemen met ons.
Naar aanleiding van een arbeidsdeskundig onderzoek adviseert de arbeidsdeskundige over de re-integratiemogelijkheden van de werknemer. Om erachter te komen hoe de werknemer het best duurzaam kan re-integreren, gaat de arbeidsdeskundige in gesprek met de werknemer zelf en de werkgever. Ook bezoekt hij wanneer mogelijk de werkplek. Zo krijgen werkgever en werknemer snel inzicht in de re-integratiemogelijkheden.
Met een arbeidsdeskundig onderzoek wordt antwoord gegeven op vier vragen:
1. Kan de werknemer terug naar het eigen werk?
2. Zijn er aanpassingen mogelijk in het eigen werk, zodat de werknemer alsnog kan terugkeren?
3. Is er ander geschikt werk bij de eigen werkgever?
4. Wat is er mogelijk op het gebied van werk buiten de eigen werkgever (re-integratie tweede spoor)?
Als werkgever ben je verplicht vanuit de Wet verbetering poortwachter om in de 42e week een ziekmelding te doen bij het UWV. Als het tweede verzuimjaar ingaat, moet de voortgang in de re-integratie bovendien opnieuw worden beoordeeld. Indien dit al niet eerder heeft plaatsgevonden is het overwegen van de inzet van een arbeidsdeskundig onderzoek in deze periode daarom aan te raden.
Een arbeidsdeskundige werkt samen met de bedrijfsarts, met inachtneming van privacywetgeving en medische geheimhouding. De arbeidsdeskundige heeft contact met zowel werknemer als werkgever en bezoekt de werkplek. Met behulp van zijn kennis van werk, wet- en regelgeving, het bedrijf en de informatie van de bedrijfsarts brengt hij een gewogen advies uit. Hij schrijft een re-integratierapportage met daarin de conclusies van het onderzoek en het advies over de vervolgstappen van de herintreding. Zowel werkgever als werknemer ontvangen het rapport.
Een arbeidsdeskundig consult kan worden ingezet indien er vragen zijn rondom de duurzame inzetbaarheid en re-integratiemogelijkheden van een verzuimende werknemer waarbij er sprake is van een min of meer blijvende (medische) mogelijkheden en beperkingen. In dat geval kan de bedrijfsarts soms eerder dan het einde van het eerste ziektejaar adviseren tot het inzetten van de arbeidsdeskundige en kan deze adviseren tot de vroegtijdige inzet van een arbeidsdeskundig onderzoek. Met de uitkomsten hiervan kunnen werkgever en werknemer direct aan de slag, wat een werknemer langer de tijd en dus meer kans geeft op het vinden van passende werkzaamheden. Hiermee wordt de kans op het bereiken van de WIA aanvraag verkleind.
In sommige situaties kan de bedrijfsarts adviseren om een arbeidsdeskundig consult te plannen om te toetsen of het uitstellen van een arbeidsdeskundig onderzoek na het einde van het eerste ziektejaar aan de orde kan zijn. Bijvoorbeeld omdat dit mogelijk geen toegevoegde waarde heeft, omdat de werknemer nog in afwachting is van een behandeling met een verwacht resultaat binnen afzienbare termijn.
Onze arbeidsdeskundige kijkt vaak al eerder mee in geval van ziekteverzuim, na 13, 26 en 39 weken. Zodra duidelijk is dat de medische beperkingen een beperking vormen voor de duurzame inzetbaarheid in eigen werkzaamheden en er geen zicht is op een (behandeling gericht op) verbetering, is het raadzaam een arbeidsdeskundige in te schakelen.
Naast bovengenoemde taken kan de arbeidsdeskundige zowel aan werkgever als werknemer vanuit diens expertise (preventief) adviseren. Denk hierbij aan o.a. een werkplek onderzoek en ondersteuning bij het opzetten van een mobiliteitsplan of levensfase bewust personeelsbeleid.